Onderwijs dat past

Wat een verademing!
De rust die heerste in de twee Zweedse Kunskapsskolan scholen die ik in januari bezocht. Geen bel, geen overvolle gangen of leslokalen, leerlingen die zelf aan het werk zijn en de begeleiding vragen die ze nodig hebben, alle lesniveau’s door elkaar en een gehandicapt meisje die de hele dag een begeleider van school bij zich had.
Ik vroeg de schoolleider er naar. Verbaasd reageerde hij: ‘we moeten er toch voor zorgen dat ze haar energie in het leren kan stoppen? Natuurlijk zorgen we er voor dat er iemand bij haar is die deuren open doet, helpt bij het toilet en alle andere dingen die ze nodig heeft! Daar maken we ruimte voor.’

In Nederland zijn scholen volop aan het zoeken hoe vorm te geven aan passend onderwijs. Over het algemeen is het zoeken naar hoe leerlingen in de bestaande structuur passen, dat is vaak passen en meten. Passend onderwijs vraagt om een organisatie die zich aan de leerling aanpast.

Op deze Zweedse scholen werkte het anders. De onderwijsorganisatie is zo uitgedacht dat de leerling de structuur gebruikt om eigen leerdoelen te halen. Tussen start en afsluiting in de basisgroep, volgt iedere leerling een eigen rooster, een gepersonaliseerd programma.
De leerling maakt keuzes binnen de structuur die geboden wordt: keuzes
voor niveau, tempo en timing van de vakken waaraan gewerkt moet worden. En dat motiveert. Dat maakten de leerlingen die we spraken wel duidelijk. Ze wisten waar ze mee bezig waren en hadden ambitie: ik zit nu op dit niveau en denk dat ik meer kan!

De Zweedse Kunskapsskolanscholen doen het een beetje anders dan Nederlandse scholen, en ook dan een heleboel Zweedse overigens. Alleen al het aantal leerlingen: scholen van 400 leerlingen, de docenten en de directeur kenden alle leerlingen persoonlijk. Iedere Kunskapsskolanschool die groter groeit dan 400 leerlingen wordt opgedeeld in kleinere eenheden, zodat ieder die werkt op de school -leerlingen en docenten- gezien wordt.
Docenten beginnen de dag om 8 uur gezamenlijk met een kop koffie en het doornemen van het programma van die dag. Daarna waren ze afwisselend aan het werk in instructielessen, als begeleider bij workshops, met het maken van nieuw lesmateriaal en als coach. Want leerlingen die hun eigen doelen stellen en hun eigen programma volgen, kunnen een coach goed gebruiken bij het bereiken van die doelen!
De docenten ervaren de vrijheid het onderwijs in te vullen naar hun eigen expertise en inzichten en dat deden ze in teamverband: waarom je eigen opdrachten maken, als je het samen zoveel sneller kan!

In Nederland is een flink aantal scholen gepersonaliseerd onderwijs te ontwikkelen. En het is nogal een omschakeling: van onderwijs waarin de docent niveau, tempo en timing bepaalt, naar onderwijs waarin de leerling het stuur in handen heeft. Het vraagt van docenten veel vertrouwen en controle loslaten, de verantwoordelijkheid voor het leerproces in handen van de leerling laten. Dat vraagt om een hele actieve en betrokken docent: in gepersonaliseerd onderwijs is de docent meer nodig dan ooit, een docent die de ontwikkeling van de leerling volgt.
Als onderwijs gepersonaliseerd is, geeft dat ook meer ruimte het onderwijs passend te maken voor de leerling die nog net weer wat andere aandacht nodig heeft dan de andere leerlingen. Ik heb goede hoop dat ook Nederlandse scholen gaan slagen in meer gepersonaliseerd onderwijs:
Passend onderwijs is onderwijs dat de leerling past!

Annemiek Jonker
Annemiek Jonker is orthopedagoog, trainer, coach en (keuze)begeleider van leerlingen en docenten.
Neem contact op